Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Allen, zovelen als er [15]voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar [16]de schapen hebben hen niet gehoord. 15. Namelijk of zich uitgevende voor deze deur, of een anderen ingang tot de zaligheid aanwijzende; Hand.4:12. 16. Dat is, de uitverkorenen en ware kinderen Gods.